terug
mijn covabulaire voldoet voor het maken van notities en het bijhouden van een dagboek maar is volkomen onbruikbaar voor een werkzaam moreel leven.
- grace paley





Is het denkbaar om op papier net zo flexibel te zijn als in het echte leven - ongegeneerd van gedachten veranderen en onszelf daarvoor te vergeven? Het lijkt of we daar maar geen manier voor kunnen vinden.
Schrijven is eerder zwemmen in een zee van hypocrisie, van moment tot moment. We weten dat we in een waan verkeren, maar vreemd genoeg hebben we die waan nodig, al is het maar tijdelijk, om zelfs maar onze vorm te kunnen creëren, de vorm waarin we alles gieten waaraan we in werkelijkheid geen vorm kunnen geven.


Kierkegaard: 
Een wijsgeer richt een reusachtig bouwwerk op, een wijsgerig stelsel waarmee het hele bestaan, de wereldgeschiedenis en dergelijke worden omvat- en als we zijn privéleven in overweging nemen, komen we tot onze verbazing tot het afschuwelijke en potsierlijke besef dat hij niet woonachtig is in dat reusachtige paleis met zijn hoge gewelven, maar in een keer die daarnaast staat, of een hondenkennel, of hooguit in een portiersloge. Als we zo vrij zouden zijn hem daar zelfs maar met een enkel woord op te wijzen zou hij verontwaardigd zijn. Want het jaagt hem geen angst aan om in een waan te leven, zolang hij zijn stelsel maar rond kan krijgen... met gebruikmaking van die waan.

in de uitgestrekte tijd maak je een hoekje vrij - dat niemand je heeft gevraagd vrij te maken - en je doet 'iets'. Maar misschien is het verschil tussen het iets dat ik gewend ben te doen en die nieuwe cultuur van iets doen de morele twijfel waarmee het is omgeven. Het iets dat kunstenaars altijd al hebben gedaan, is meestal afgezonderd van de rest van de samenleving, en bij wederzijdse overeenkomst wordt die ruimte beschouwd als een soort aanlokkelijke, maar in feite nutteloze speelhoek waar volwassenen zich als kinderen gedragen - door verhalen te verzinnene, tekeningen te maken enzovoort -, hoewel ze serieuze mensen, degene met echte banen, tenminste nog enig vertier bieden.

De meest utilitaristisch ingestelde voorvechters van de kunst rechtvaardigen haar bestaan door haar potentiële politieke invloed te nebadrukken, die gewoonlijk wordt overschat. (vooral de kunstenaatrs zelf mogen die graag overschatten.)

Maar zelfs al geloof je in de potentiële politieke invloed van kunst - wat ik doe -, dan nog durven maar weinig kunstenaar op haar tijdigheid te rekenen.

Zijn ze er hopelijk van bewust dat hun dwingende toon uiteindelijk is geleend, dat die een weerklank en imitatie is van de noodzaak die je hoort in de eisen van guerrilla's en protesten van activisten, en geen ware noodzaak. Het volk eist soms verandering. Het eist bijna nooit kunst.



In een sterk essay van een andere schrijfster, Ottessa Moshfegh, las ik de volgende zin over liefde;' Bij gebrek eraan is het leven gewoon 'je tijd uitzitten.'.
Maakt dat element niet op een of andere manier deel uit van ons leven, dan is er echt alleen maar tijd, en dan zal er daar altijd te veel van zijn.

Het beste wat ik erover kan zeggen is dat het een psychologische eigenaardigheid van me is die ik heb ontwikkeld in reactie op wat voor persoonlijke tekortkoming ook. Maar ik zal er nooit op een betekenisvolle manier de tijd mee kunnen vullen. Er is geen groot verschil tussen een roman en een bananenbrood. Ze zijn allebei gewoon iets om te doen te hebben. Ze zijn geen substituut voor de liefde. De verwikkelingen en de moeilijkheden van liefde.
Liefde is niet iets om te doen te hebben, maar iets om te ervaren, en soms iets waar je doorheen moet, wat de reden zal zijn waarom zo velen van ons angst aanjaagt en waarom we haar zo vaak omzichtig benaderen.
Hoewel de krachtigste kunst, zo komt me soms voor, een kwestie van ervaren en erdoorheen gaan is; kunst is liefde die wordt behelsd door, uitgedrukt in en volvoerd door het kunstwerk zelf.


Ik kan mijzelf niet bevrijden van de noodzaak om 'iets' te doen, 'iets' te maken, het gevoel te hebben dat deze nieeuwe uitgestrekte tijd niet wordt 'verspild'. Maar het is fijn om gezelschap te hebben. Als ik dat manische verlangen om 'iets' te maken of te kweken zie waar iedereen op dit moment door lijkt te bezeten, dan voel ik me getroost in het besef dat ik niet de enige op aarde ben die geen idee heeft waar het leven toe dient, noch wat je met die tijd moet doen, behalve die te vullen.



om iets te doen te hebben, de meeste essentiele en existentiele reden om te maken.
terug